Eigen hond

Uw hond is geen mens. Toch kunnen honden en mensen heel goed samen leven, samen werken en elkaars vriend of teamgenoot worden. Daarvoor is het wel nodig dat u de hond begrijpt en dat u zorgt dat uw hond u kan begrijpen. Ook moet u weten wat u van een hond kunt verwachten en moet uw hond leren wat hij van u kan verwachten.

Communiceren met uw hond

Een goede verstandhouding begint met goede communicatie. Uw hond vertelt u met zijn houding, gedrag en soms zijn stem hoe hij zich voelt en wat hij wil. Het is belangrijk dat u dat leert te begrijpen, zodat er geen misverstanden ontstaan. Verdiep u daarom in hondentaal en observeer uw hond in allerlei situaties. Zo leert u om te zien wat er in hem omgaat en kunt u problemen voorkomen.

Andersom is het ook belangrijk dat uw hond u begrijpt. Daarbij helpt het als u rustig en duidelijk bent. De hond moet een aantal commando’s en aanwijzingen leren zodat u zijn gedrag kunt sturen. Houd deze aanwijzingen kort en let ook op uw eigen lichaamstaal: zorg ervoor dat die niet in tegenspraak is met wat uw stem zegt. Ga met uw hond naar een hondenschool, ook als u eerder honden heeft gehad, want elke hond is anders en kan een andere aanpak nodig hebben.

Als uw hond niet goed luistert, kan dat allerlei redenen hebben: hij begrijpt het commando nog niet goed, hij is te veel afgeleid door iets wat voor hem belangrijker is (bijvoorbeeld iets wat hij eng vindt: zichzelf veilig stellen zal meer prioriteit hebben dan bijvoorbeeld een zit-commando uitvoeren) of u bent niet duidelijk en consequent in hoe u het commando geeft. Een commando eindeloos herhalen of harder gaan roepen heeft geen zin. 

Leiding geven en regels stellen

Om het gedrag van uw hond in goede banen te kunnen leiden, moet u in de eerste plaats controle hebben over uw hond. Die controle heeft u alleen als u de hond duidelijke leiding kunt geven. Elke hond heeft behoefte aan leiding. Het geeft rust en zorgt ervoor dat hij niet zelf allerlei beslissingen hoeft te nemen.

Leiding geven betekent dat u degene bent die de zaken regelt en de belangrijke beslissingen neemt en dat u de hond aanstuurt. Stel u daarbij rustig maar doortastend, zelfverzekerd en consequent op. Stel bovendien met uw huisgenoten regels vast en zorg dat iedereen zich daaraan houdt. Dat geeft de hond (en ook u zelf) duidelijkheid en rust.

Meer over leiding en regels leest u bij Hond in huis –opvoeding.

De ene hond is van nature zelfstandiger en zelfverzekerder dan de andere. Ook kan een hond in zijn leven geleerd hebben dat hij zijn zin door kan zetten, soms met agressie maar soms ook op een hele innemende manier. In die gevallen kan het lastig zijn om controle te krijgen over uw hond. Gelukkig kunt u hierbij de hulp inroepen van een hondenschool of een hondengedragstherapeut. Zij kunnen u begeleiden en adviseren.

Denk aan zijn behoeften

Behalve dat een hond moet leren zich aan de regels te houden, moet hij ook de gelegenheid krijgen om zijn eigen behoeften te vervullen. Elke hond heeft behoefte aan onder andere beweging, rust, geestelijke uitdaging, veiligheid, aandacht en verzorging. Per ras/type en per individu kunnen de behoeften verschillen. Bij Hond in huis – zorgen voor uw hond leest u meer over dit onderwerp. 

Geen geweld

Gebruik nooit fysiek geweld tegen uw hond. Slaan, schoppen, een tik op zijn neus of de hond op zijn rug leggen: al deze zaken zijn volstrekt overbodig en bovendien kunnen ze juist agressie uitlokken. Een onzekere hond die zo behandeld wordt, zal angstig worden en zichzelf proberen te verdedigen met zijn tanden. Een zelfverzekerde hond zal zich uitgedaagd of aangevallen voelen en tot de tegenaanval over kunnen gaan. Bovendien is het slecht voor de relatie tussen u en uw hond als u fysiek geweld gebruikt. Een echte leider heeft mentaal overwicht: hij of zij heeft geen geweld nodig om respect te krijgen. 

De perfecte hond?

Er worden hoge eisen gesteld aan honden in onze maatschappij. Het liefst wil men een hond die altijd luistert, nooit lastig is, zich graag schikt naar de wensen van zijn eigenaar en die zeker nooit een lip optrekt, gromt of een andere vorm van agressie laat zien. Realiseer u dat die hond niet bestaat. Elke hond is een individu met een eigen karakter, eigen behoeften en eigen grenzen aan wat hij aankan of tolereert. Net als een mens wordt ook een hond wel eens kwaad of bang, voelt hij zich minder prettig, heeft hij geen zin of is hij domweg afgeleid. Word dus niet kwaad als uw hond zich eens niet gedraagt zoals u graag zou willen, maar ga na wat de reden kan zijn, probeer die reden weg te nemen en kijk of het dan beter gaat. 

Een conflict met uw hond

Let altijd op de lichaamstaal van uw hond. Zo kunt u zien hoe hij zich voelt.

Straf uw hond nooit voor dreigen en grommen. Hij waarschuwt u hiermee dat hij iets niet prettig vindt. Straft u hem hiervoor, dan kan hij leren dat hij de waarschuwing voortaan beter achterwege kan laten. Maar als u datgene blijft doen wat hij niet prettig vindt, zou hij meteen kunnen gaan bijten! Probeer in plaats daarvan de situatie te voorkomen of ga met de hond trainen onder begeleiding van een hondengedragstherapeut.

Merkt u dat uw hond iets wat u doet, niet prettig vindt, kijk dan of u een andere manier kunt vinden om uw doel te bereiken. Gaat het om iets wat nu eenmaal regelmatig moet, zoals borstelen, ga er dan stapje voor stapje mee oefenen. 

Problemen tussen honden voorkomen

Conflicten tussen honden onderling kunnen uitlopen op een gevecht en verwondingen. Probeer dit te voorkomen door op de volgende zaken te letten:

  • Loopt uw hond los en komt u een hond tegen die aan de lijn zit, roep uw hond dan bij u (ook als het een losloopgebied is).
  • Is uw hond loops, is uw hond agressief tegen andere honden of wilt u hem om andere redenen bij andere honden vandaan houden, ga dan niet in een losloopgebied wandelen.
  • Heeft uw hond een geschiedenis van agressie naar andere honden en heeft hij wel eens gebeten of vermoedt u dat hij dit zal gaan doen? Leer hem dan een muilkorf aan en laat hem die dragen tijdens het uitlaten.
  • Gooi geen ballen of ander speelgoed als er meerdere honden bij elkaar zijn, dit kan uitlopen op ruzie.
  • Heeft u meer dan één hond, zorg er dan voor dat zij niet samen achter een andere hond aan kunnen gaan als die hond dat duidelijk niet prettig vindt en wegrent of een stuk kleiner is. Dat geldt ook als uw hond deel uitmaakt van een min of meer vast uitlaatgroepje. Als meerdere honden samen achter één hond aan gaan jagen, kan dit uitlopen op daadwerkelijk jachtgedrag en prooiagressie. Die kans is nog groter als de achtervolgde hond klein is en bijvoorbeeld jankt of piept. Uiteraard kunnen meerdere honden best met elkaar spelen en rennen, zeker als zij elkaar goed kennen, maar let erop dat dit voor alle honden een leuk spel blijft en roep anders uw hond(en) terug.
  • Laat uw hond niet overenthousiast op elke hond afrennen. Niet elke hond vindt dat leuk en het kan ruzie veroorzaken. Laat uw grote hond ook niet op kleine hondjes afrennen, want ook al bedoelt hij het vriendelijk, hij kan een kleine hond gemakkelijk verwonden.