Socialisatie
Preventie van bijtincidenten begint al op puppyleeftijd. Honden moeten kunnen omgaan met allerlei situaties zodat ze goed kunnen functioneren in onze drukke maatschappij. Een uitgebreide socialisatie van puppy’s op jonge leeftijd is hiervoor essentieel. Daardoor wordt onnodige angst en angstagressie voorkomen.
Wat is socialisatie?
Om van een puppy een stabiele hond te maken die niet onnodig bang of agressief reageert, is een goede socialisatie ontzettend belangrijk. Met socialisatie wordt bedoeld dat de pup kennis maakt met mensen, honden en allerlei zaken uit de omgeving. Door op jonge leeftijd op een positieve manier in contact te komen met al dit soort nieuwe prikkels, leert hij daarmee omgaan zonder bang te zijn. Honden die dit als pup niet hebben geleerd, reageren vaak angstig of agressief op dingen die ze niet kennen.
Deze socialisatie moet beginnen op zeer jonge leeftijd. Gedragsproblemen als gevolg van een gebrekkige socialisatie kunnen op latere leeftijd lastig opgelost worden. Dat komt doordat de hersenen dan de flexibiliteit missen om de nieuwe structuren aan te maken die nodig zijn om onbekende prikkels te verwerken.
De gevoelige periode
Hele jonge pups kunnen nog zonder angst op nieuwe dingen reageren. De hersenen zijn dan nog volop in ontwikkeling, en de hersenstructuren en hormoonsystemen waarmee de hond angst kan ervaren zijn dan nog niet volledig ontwikkeld. Die periode moet dus goed benut worden. Juist dan kunnen pups goed leren omgaan met nieuwe situaties en situaties die bij honden vaak angst opwekken (zoals verkeer, onweer en vuurwerk), zonder daar bang voor te zijn. Daarbij is het wel van groot belang dat de kennismaking met zulke prikkels zorgvuldig en op de juiste manier wordt uitgevoerd.
De lengte van deze periode is waarschijnlijk per ras (en mogelijk per individu) verschillend. Er zijn rassen waarbij het voelen van angst al vanaf een leeftijd van vijf tot zes weken mogelijk is, zoals de Duitse Herder, en ook rassen waarbij dit veel later pas ontstaat, zoals de Labrador Retriever met zo’n tien weken. Bij de ‘vroege’ rassen is het extra belangrijk dat de fokker al veel doet aan socialisatie, omdat de angst al vanaf een leeftijd van zo’n 5 weken kan ontstaan, wanneer de pups dus nog in het nest zijn. Op het moment dat de hond bij zijn nieuwe eigenaar komt, is hij al volop in staat om angst te voelen, waardoor men zorgvuldig te werk moet gaan om de pup te leren omgaan met nieuwe dingen. Bij ‘late’ rassen is dit ook belangrijk, maar is er ook na plaatsing met 8 tot 9 weken nog wat tijd over voor de nieuwe eigenaar om hier hard aan te werken. Helaas is nog maar van enkele rassen bekend hoe lang het duurt voor de pups angst gaan ontwikkelen.
Kies een goede fokker
Uit het bovenstaande volgt dat met name de periode dat de pup nog bij de fokker is, heel belangrijk is voor het leggen van een goede basis. Het voorkomen van probleemgedrag begint dus al bij het kiezen van een goede fokker die niet alleen geschikte, sociale ouderdieren uitzoekt maar ook weet hoe hij met de socialisatie om moet gaan. Kies voor een fokker die ervoor zorgt dat de pups op jonge leeftijd in contact komen met verschillende mensen, verschillende honden, andere diersoorten en allerlei andere zaken die zij in hun leven zullen tegenkomen. Dat is aanzienlijk gemakkelijker als het nest in huis opgroeit en als de fokker maar één nest tegelijk heeft, zodat hij ruimschoots aandacht aan deze socialisatie kan besteden. Het is belangrijk dat de honden in huis gehouden worden en niet in bijvoorbeeld de schuur als u een sociale gezinshond wilt.
Uw rol als nieuwe eigenaar
Op het moment dat de pup bij u in huis komt, is het belangrijk dat u doorgaat met de socialisatie en uw pup geleidelijk aan nieuwe prikkels laat wennen. Laat hem kennismaken met allerlei dingen in uw omgeving, zoals huishoudelijke apparaten, geluiden, verkeer en verschillende mensen en honden. Doe dit wel op een vooraf goed overdachte manier.
Bij socialisatie moet er namelijk goed op gelet worden dat de nieuwe ervaringen die de pup opdoet, positieve ervaringen zijn. Dat vergt van de eigenaar een goede planning en begeleiding. De pup zomaar confronteren met een nieuwe prikkel is niet verstandig. U weet immers niet hoe hij zal reageren. Het is niet de bedoeling dat hij schrikt en misschien leert dat datgene waar u hem aan wilt wennen juist eng is. Het is ook niet de bedoeling dat hij wegrent of misschien probeert het nieuwe, vreemde ding weg te blaffen, zeker als er een kans bestaat dat dit hem lukt. Daardoor zou hij ongewenst gedrag aanleren. Een goede socialisatie vereist dan ook dat u vooraf goed nadenkt over hoe u het gaat aanpakken en hoe u op het gedrag van de pup wilt reageren!
Socialisatie op maat
Hoe u het beste de socialisatie kunt aanpakken, verschilt per pup. Elk ras en individu heeft bepaalde aandachtspunten. Zo zal men bij een ras dat van nature terughoudend is tegenover vreemden wat extra aandacht moeten besteden aan het ontmoeten van vreemde mensen. Bij een ras waarvan bekend is dat de omgang met andere honden niet zo goed is, moet men daar extra aan werken. En bij een ras dat snel onder de indruk is en aanleg heeft voor nervositeit moet men vooral niet te snel gaan en de pup tussendoor voldoende rust gunnen. Daarnaast is elke pup ook een individu met zijn eigen karaktertrekken, en ook daar moet u rekening mee houden. Bovendien moet u nagaan wat er voor uw hond belangrijk is: wilt u bijvoorbeeld regelmatig met openbaar vervoer reizen, dan moet u dat gaan oefenen. Moet de hond mee naar een omgeving met veel dieren, of woont u bijvoorbeeld in de buurt van een spoorweg, dat zijn dat extra aandachtspunten waar de pup aan moet wennen. Socialisatie is dus maatwerk, waarbij het vooral van belang is dat de nieuwe indrukken die de pup opdoet als positief worden ervaren.
Overdrijf niet
Socialisatie is erg belangrijk, maar als u (onbewust) teveel met uw pup doet, kan hij overprikkeld raken. Hij moet dus ook voldoende rust krijgen. Wanneer een pup overladen wordt met nieuwe indrukken en ervaringen, kan dit ongewenste effecten hebben op het gedrag van de pup. Het komt wel eens voor dat een pup op die manier per ongeluk overgevoelig gemaakt wordt, in plaats van gesocialiseerd. De pup kan bijvoorbeeld aanraking vervelend of zelfs eng gaan vinden.
Door goed naar het gedrag en de lichaamstaal van uw pup te kijken, kunt u ervoor zorgen dat hij op tijd rust krijgt. Wordt de pup bijvoorbeeld erg druk, gaat hij veel hijgen, draait hij zich weg van de prikkel of laat hij veel andere tekenen van stress zien, dan is dat een reden om de pup weg te halen uit de situatie en hem rust te geven. Een voorbeeld is een pup die bij het buurmeisje op schoot zit maar daarbij steeds haar mondhoeken probeert te likken en veel gaapt.
Vaak geeft een hond in eerste instantie slechts subtiele signalen dat hij iets niet fijn vindt, ergens gestrest door raakt of zich bedreigd voelt. Bij Hondentaal – stress herkennen leest u daar meer over.
Lang genoeg doorgaan
Ook in de periode na de eerste socialisatiefase is het nog steeds belangrijk om met de pup te blijven oefenen in het omgaan met nieuwe situaties. Anders bestaat de kans dat de pup het geleerde weer kwijtraakt. Blijf de hond op een positieve manier in contact brengen met allerlei zaken waarmee hij moet kunnen omgaan tot hij minstens een half jaar oud is, maar liefst nog langer. Rond de puberteit, vanaf ongeveer een half jaar oud, worden honden soms weer wat angstiger voor dingen waar ze al aan gewend waren, doordat hun hormonen uit balans zijn. Dan is het belangrijk om de ervaringen uit de socialisatieperiode te blijven herhalen.
Leren te negeren
Behalve dat de pup moet leren omgaan met mensen en dieren, moet hij ook leren om bepaalde mensen te negeren, zoals fietsers en joggers of rennende kinderen. U wilt niet dat hij leert dat het leuk is om achter hen aan te gaan. Leer de pup dat het leuk is om op u te letten wanneer u zulke snel bewegende mensen tegenkomt, bijvoorbeeld met een speeltje of snoepje. Ook van dieren als schapen of eenden moet hij wel leren dat ze er zijn, maar niet dat ze interessant voor hem zijn of leuk om achteraan te jagen.
Omgaan met mensen
Zorg ervoor dat uw pup zo jong mogelijk leert omgaan met allerlei verschillende mensen. Denk daarbij onder andere aan jonge en oude mensen, mannen en vrouwen, blanke en gekleurde mensen, kinderen van diverse leeftijden, mensen met wapperende jassen, hoofddeksels, baarden en snorren, rugzakken, een rollator of een rolstoel. Doe dat ook als uw pup al erg sociaal lijkt, want ook dan kan het zijn dat hij zich later alsnog bang of terughoudend gaat gedragen naar mensen die afwijken van wat hij als pup heeft leren kennen.
Wat u de pup moet leren, hangt ook af van het karakter van de pup. Sommige pups willen op iedereen afrennen. Leer hen dan om te gaan zitten voordat ze aandacht krijgen, zodat ze niet leren om zomaar tegen iedereen op te springen. Andere pups zijn terughoudend en die moeten leren dat andere mensen vriendelijk zijn. Dwing de pup niet om contact te maken, maar laat hem zijn eigen tijd nemen. Lok hem bijvoorbeeld met een speeltje of snoepje, of laat hem eerst eens rustig kijken en snuffelen zonder dat de persoon probeert hem te aaien.
Omgaan met andere honden
Pups moeten leren omgaan met allerlei andere honden van verschillende rassen. Zorg er wel voor dat de pup niet schrikt en ook niet te wild op andere honden af gaat. Heeft u een klein hondje, pas dan op met grote honden die uw pup gemakkelijk omver lopen, ook als ze het speels bedoelen. Voor de eerste kennismaking kunt u eventueel uw pup op de arm houden zodat de honden aan elkaar kunnen snuffelen. Til uw pup direct op wanneer u niet zeker bent over het gedrag van een naderende hond. Als dat niet mogelijk is, ga dan voor uw pup staan als een andere hond te druk op hem afkomt. Honden zijn vaak niet in staat om ‘het zelf maar uit te zoeken’. Ook vertoont niet iedere hond normaal gedrag. Vooral jonge honden die niet gewend zijn aan het omgaan en spelen met pups kunnen de pup ernstige schade toebrengen als ze niet correct begeleid worden.
Leer de pup dat er niet gespeeld wordt als hij aan de lijn zit. Het is echter niet de bedoeling dat u uw pup steeds wegtrekt als hij naar een andere hond toe wil. Dat zou ervoor zorgen dat hij bij het ontmoeten van een andere hond steeds een onplezierige, pijnlijke of frustrerende ervaring krijgt, en dat kan ertoe leiden dat hij hen op latere leeftijd op afstand wil houden. Probeer de pup af te leiden en zijn aandacht naar u toe te trekken. Wees daarbij op tijd, want als de andere hond al heel dichtbij is dan lukt dat vaak niet meer. Ga eventueel tussen uw pup en de andere hond in staan. Leer de pup dat hij eerst moet gaan zitten voor hij naar de andere hond toe mag, zo bouwt u rust in. Bent u te laat en gaan de honden al op elkaar af, dan is het beter om hen de begroeting af te laten maken. Let er hierbij op dat u de lijn slap houdt en dat de honden niet in de lijnen verstrikt kunnen raken. Reageert de andere hond agressief of afwijkend, til dan uw pup op of ga tussen de honden in staan.
Denk er bovendien aan dat niet alle honden puppy’s leuk vinden. Zeker wat oudere honden of honden met bijvoorbeeld rug- of gewrichtsaandoeningen kunnen snauwen als ze besprongen worden door een pup. Dat is normaal gedrag, maar het kan uw pup een vervelende ervaring bezorgen. Zorg daarom dat uw pup niet zomaar op andere honden af kan stuiven, zeker als hij die honden nog niet goed kent. Ook hier geldt: probeer ervoor te zorgen dat uw pup aandacht heeft voor u en trek hem niet steeds weg.
Spelen tijdens de puppy(socialisatie)cursus
Soms is er tijdens of na een puppycursus of puppysocialisatiecursus de gelegenheid om met andere honden te spelen. Voor een puppy kan dat een belangrijke bijdrage leveren aan zijn omgang met andere honden, vooral als hij anders erg weinig honden tegenkomt. Door met elkaar te spelen, leren ze bovendien een bijtrem aan: ze leren dat als ze te hard bijten, de andere pup (soms eventjes, soms langer) niet meer wil spelen. Dat is belangrijk omdat de pup zo de kracht in zijn kaken leert doseren en leert om niet te hard te bijten(zie ook verderop: Een bijtrem aanleren).
Daarvoor is het echter wel belangrijk dat er een gediplomeerde instructeur is die kiest welke honden met elkaar kunnen spelen, het spel begeleidt en dat er liefst één op één gespeeld wordt. Als het spel te ruw dreigt te worden of als een van de pups stress laat zien, moet er ingegrepen worden, anders kunnen de pups leren dat andere honden vervelend zijn of juist dat het hen steeds lukt om over andere honden heen te walsen. Let er dus op dat het spelen goed begeleid wordt. Voor pups die te wild met andere pups omgaan is het soms beter om met een stabiele, pupvriendelijke volwassen hond te spelen, zodat hij de hondentaal goed kan leren. Ook voor andere pups is het nuttig om van stabiele, volwassen honden te leren hoe ze met andere honden om moeten gaan.
Wennen aan aanraking
Een ander belangrijk onderdeel van de eerste opvoeding is het leren wennen aan aangeraakt worden. Daarbij gaat het dan vooral om lichaamsdelen die u wellicht in de toekomst moet kunnen controleren en verzorgen en die u bij het gewone ‘knuffelen’ zou overslaan. Oefen met de pup van jongs af aan dat u in zijn oortjes kijkt, zijn lip optilt en naar zijn tanden kijkt, aan zijn voetjes komt en aan zijn staart, en misschien eens een heel klein puntje van een nageltje knipt, zonder dat dit vervelend voor hem is. Door tijdens het oefenen iets leuks of lekkers te geven, leert de pup dat onderzocht worden iets plezierigs is. Oefen op een moment dat de pup al rustig is. Door de pup al op jonge leeftijd aan het onderzoeken te laten wennen, voorkomt u dat hij schrikt en misschien hapt als u dit later eens doet bij de verzorging of wanneer de dierenarts hem onderzoekt.
Wen uw pup ook aan aanraking door andere mensen. Daarbij moet opgelet worden dat de pup niet schrikt en dat het een leuke ervaring is. Het kan bijvoorbeeld gecombineerd worden met het geven van iets lekkers. Laat de pup niet overweldigen door meerdere mensen of kinderen tegelijk maar bouw het rustig op. Dit is iets wat ook goed geoefend kan worden op een puppy(socialisatie-)cursus. Als de pup al jong op een leuke manier leert wennen aan aanrakingen die veel honden van nature minder prettig vinden, zoals een hand naar hem uitsteken, omhelzingen of aaien op zijn kop, dan zal hij leren dat dit niet eng is en er later niet van schrikken en zich willen verdedigen.
Een bijtrem aanleren
Puppy’s bijten tijdens het spelen, zowel in elkaar als in mensenhanden. Dat is ook nuttig en nodig, omdat ze tijdens het spel leren om hun beet te doseren en niet door de huid te bijten. Een hond die dit nooit geleerd heeft, zal wanneer hij eens bijt (bijvoorbeeld omdat iemand hem pijn doet) veel eerder hard doorbijten en veel schade veroorzaken.
De pup moet dus al heel jong leren dat hij zachtjes moet doen tijdens het spelbijten. Dat doet u door in eerste instantie, als de pup u tijdens het spel te hard bijt zodat het u pijn doet, hoog ‘au!’ te roepen en direct even te stoppen met spelen. Als de pup weer rustig is, nodigt u hem uit om verder te spelen. Dit herhaalt u tot de pup snapt dat als hij te hard bijt, het spel is afgelopen. Reageert de pup niet op uw ‘au!’ door los te laten en rustiger te worden, loop dan zelf even weg. Pakt de pup u heel zachtjes met zijn tanden, beloon dat dan met uw stem (bijvoorbeeld ‘goed zo, zachtjes!’).
Daarna gaat u steeds sneller ‘au!’ zeggen en het spel stoppen: eerst als het nog geen pijn doet maar u wel duidelijk tandjes voelt, en daarna al zodra u zijn tanden heel lichtjes voelt. Uiteindelijk moet hij voordat hij zijn tanden gaat wisselen, zo rond 16 tot 18 weken, leren dat hij zijn tanden helemaal niet meer in mensen mag zetten (ook niet zachtjes). Hij krijgt dan immers sterkere tanden en ook sterkere kaken. Stop daarom het spel zodra u tanden voelt. Zorg ervoor dat hij speeltjes heeft waar hij wél zijn tanden in mag zetten.
Vraag advies
Merkt u dat uw pup voor sommige dingen terughoudend of zelfs angstig is, of is hij juist erg wild tegen mensen of honden en weet u niet goed hoe u dat kunt aanpakken? Op een goede hondenschool kan men u daarmee helpen. Vraag om advies, het is immers heel belangrijk dat uw pup nu de juiste manier leert om met de wereld om te gaan en geen verkeerde gewoontes aanleert. Ga niet zomaar af op advies van buren of kennissen, want maar al te vaak doen er verhalen de ronde die uw pup eerder schaden dan goed doen. Kies iemand met de juiste opleiding om uw vragen te beantwoorden en u te helpen om van uw pup een sociale hond te maken.