Zorgen voor uw hond

De leefomstandigheden van een hond bepalen mede hoe hij zich voelt. Dat heeft invloed op hoe hij zich gedraagt en op de kans dat hij agressief gedrag zal vertonen. Een hond die niet lekker in zijn vel zit, gefrustreerd is, zijn energie niet kwijt kan, zijn behoeften niet kan uitleven of veel stress heeft, zal vaak sneller agressief reageren. Het is daarom belangrijk om uw hond te geven wat hij nodig heeft om zich prettig te voelen.

Wat wil mijn hond?

Elke hond heeft zijn eigen behoeften en verlangens. Die kunnen per ras en per individu verschillen. Basisbehoeften die voor elke hond gelden zijn bijvoorbeeld genoeg beweging, voldoende goede voeding en kunnen kauwen, een veilig gevoel, voldoende slaap, de omgeving kunnen verkennen en ontdekken, een ‘buit’ kunnen najagen en vangen, aandacht krijgen en verzorgd worden. Hoeveel daarvan nodig is, kan per ras verschillen, en bovendien hebben rassen ook nog hun eigen wensen. Dat komt doordat ze voor bepaalde doeleinden gefokt zijn. Een paar voorbeelden:

  • Herdershonden zijn werkhonden, actief en intelligent. Ze hebben daardoor veel beweging nodig, maar ook uitdaging en denkwerk en hebben van nature de neiging om te drijven of hoeden. Het zijn bovendien honden die op hun eigenaar gericht zijn en dat contact met hun eigenaar hebben ze dan ook nodig.
  • Jachthonden zijn gefokt om achter wild aan te gaan. Daardoor hebben ze een drang in zich om ergens achteraan te rennen, maar ook om veel te bewegen en hun neus te gebruiken en vaak hebben ze graag veel sociaal contact.
  • Terriërs zijn gefokt om wild en ongedierte te bejagen, vaak ook onder de grond. Graven zit dan ook in hun genen, net als najagen en vangen.
  • Gezelschapshonden zijn erop geselecteerd om de mens gezelschap te houden. Zij hebben veel contact met hun eigenaar nodig.

Weet dus wat voor hond u in huis neemt en wat die hond nodig heeft. Ga na waar hij voor gefokt is en laat u niet misleiden door zijn uiterlijk: ook een kleine terriër blijft een echte terriër, en de aaibaar uitziende cocker spaniël is toch heus een jachthond en geen schoothond. Als u een hond niet geeft waar hij behoefte aan heeft, dan kan het zijn dat hij zelf manieren gaat zoeken om toch in die behoefte te voorzien. Dan kan een herder bijvoorbeeld achter fietsers aan gaan jagen of een terriër gaan slopen. Maar het kan ook zijn dat een hond door zijn frustratie en opgekropte energie snel geïrriteerd is en sneller agressie zal inzetten.

Stress

Stress is soms nuttig en nodig, en ook niet altijd vervelend. Maar te veel en te vaak stress is niet gezond. Een hond die regelmatig stress heeft, kan daardoor probleemgedrag gaan ontwikkelen. Let daarom op tekenen van stress bij uw hond (zie ook Hondentaal – stress herkennen). Kijk ook of de leefomstandigheden van uw hond hem eventueel stress zouden kunnen bezorgen. Stress ontstaat vooral als een hond zijn situatie niet kan beïnvloeden en als hij gebeurtenissen niet kan voorspellen. Door consequent te zijn en duidelijk leiding te geven en daarnaast te zorgen dat in de behoeften van uw hond wordt voorzien, voorkomt u al veel stress. Heeft u het idee dat uw hond nerveus is, snel geïrriteerd is of juist apathisch is, kijk dan eens naar zijn omstandigheden en naar mogelijke stressfactoren. Raadpleeg eventueel een gediplomeerde hondengedragsdeskundige.

Wandelen

Elke hond moet dagelijks de gelegenheid krijgen om meerdere keren te wandelen. Dat is goed voor zijn conditie, maar het geeft hem ook afwisseling. Hij krijgt de gelegenheid om andere honden te ontmoeten, nieuwe geurtjes te ruiken en zijn omgeving te verkennen. Dat zijn belangrijke levensbehoeften voor een hond.

Bij het wandelen is het belangrijk dat de hond contact met u houdt. Dat betekent dat u ook aandacht aan uw hond moet schenken. Helaas lopen te veel mensen met hun hond alsof de hond bijzaak is. Het effect is dat de hond niet meer geïnteresseerd is in zijn eigenaar, maar des te meer in zijn omgeving. Op die manier verliest u sneller de controle en bovendien bent u veel te laat om in te grijpen als er eens iets gebeurt.

Laat daarom uw telefoon in uw zak en wees ook echt bezig met uw hond. Wandelen is iets dat u samen doet! Reageer als hij even naar u kijkt, zodat u het contact bevestigt. Vraag hem af en toe om een oefeningetje te doen zodat hij ook zijn hersens moet gebruiken, en beloon hem als hij het goed doet. Geef de hond voldoende gelegenheid om rond te snuffelen en trek hem niet steeds weg: geurtjes zijn voor hem een bron van interessante informatie en het tegenkomen van interessante prikkels is nou juist een van de redenen waarom u de hond uitlaat! Wilt u doorlopen, begin dan niet aan de lijn te trekken maar gebruik uw stem.

Zorg ervoor dat uw hond minstens een maal per dag los van de lijn kan rennen zodat hij zijn energie kwijt kan. Voor sommige honden is dat niet haalbaar, omdat ze bijvoorbeeld agressief zijn naar andere honden of achter dieren of mensen aangaan. Fietsen met de hond kan dan een goed alternatief zijn. Dat moet u wel langzaam aanwennen en opbouwen.

Uitlaat etiquette

Bij het uitlaten van uw hond is er een aantal gedragsregels die ervoor kunnen zorgen dat er geen problemen ontstaan met andere honden of mensen.

  • Houd u aan de geldende regels: laat uw hond alleen los in een losloopgebied. Andere hondenbezitters en ook andere wandelaars of weggebruikers verwachten immers geen loslopende honden in gebieden waar dat niet mag. Loopt uw hond toch los dan kan dat problemen veroorzaken.
  • Loopt uw hond los en ziet u een aangelijnde hond aankomen, roep uw hond dan naar u toe en lijn hem even aan. Ook als uw hond ‘niets doet’, want u weet immers niet waarom de andere hond aangelijnd is. Hij kan gedragsproblemen hebben, maar ook ziek zijn of net geopereerd en nog herstellende, of een lichamelijke aandoening hebben die hem pijn bezorgt als uw hond tegen hem aan zou lopen.
  • Kan uw hond niet goed met andere honden overweg of wilt u hem om andere redenen weghouden van andere honden of mensen, ga dan niet in een losloopgebied wandelen.
  • Is uw teefje loops, wandel dan niet in een losloopgebied.
  • Laat uw hond niet op mensen afrennen of tegen hen opspringen.
  • Vraagt iemand u om uw hond aan te lijnen, doe dat dan.
  • Roep uw loslopende hond naar u toe als u kleine kinderen aan ziet komen. Ook al is uw hond kindvriendelijk, voor kinderen kan een hond toch eng zijn.
  • Is uw hond agressief naar mensen of honden, leer hem dan een muilkorf aan en gebruik die ook. Op die manier beschermt u niet alleen anderen, maar ook uw hond. Mocht hij bijten, dan kunnen de gevolgen voor hemzelf immers ook ernstig zijn. Hoe u een muilkorf aanleert, leest u in het document over ‘Muilkorven’.
  • Ruim ontlasting van uw hond op, laat zien dat u een verantwoordelijke eigenaar bent. Mede doordat teveel mensen zich hier niet aan houden, worden honden op steeds meer plekken geweerd. Dat beperkt de mogelijkheden om honden voldoende beweging te geven.
  • Pas op met rollijnen. Hierdoor kunnen problemen ontstaan: uw hond kan de weg of het fietspad op rennen, de lijn kan om iemands benen draaien en wonden veroorzaken of uw hond kan met een andere hond verstrikt raken in de lijn waardoor gevechten kunnen ontstaan. Mocht de hond gaan rennen en plots aan het einde van de rollijn komen, dan krijgt hij bovendien een flinke klap van zijn halsband of tuigje op het lichaam. Ook u als eigenaar krijgt op z’n moment een klap in de hand, arm en schouder.
  • Laat honden niet aan de lijn met elkaar spelen. De kans dat de lijnen in elkaar draaien is groot. Als de honden ruzie krijgen, kunt u ze niet meer snel uit elkaar halen. Bovendien kan een hond verstrikt raken en zich dan in het nauw gedreven voelen, waardoor hij kan bijten.
  • Lijn altijd uw hond aan als u iemand met een hulphond ziet (bijvoorbeeld een blindengeleidehond).

Denkwerk

Honden hebben ook geestelijke stimulatie nodig. Een hond is een intelligent dier. Als hij nergens over na hoeft te denken, zal hij zich al snel vervelen. Dat geldt extra voor werkrassen zoals herderachtigen, maar vrijwel elke hond heeft behoefte aan wat denkwerk. Geef hem dus ook iets om zijn hersenen bezig te houden: oefeningen, hondenpuzzels of voerspeeltjes waar hij over na moet denken. Bij het aanbieden van denkwerk is het erg belangrijk dat dit op het niveau van uw hond gebeurt en langzaam opgebouwd wordt. Een te moeilijke puzzel kan tot veel frustratie leiden. Ook moet de puzzel passen bij de lichaamsbouw van de hond (denk bijvoorbeeld aan korte, brede of lange, smalle neuzen). Om te leren hoe u denkwerk het beste aan kunt bieden, bestaan er workshops en cursussen. Daar kunt u ook inspiratie opdoen voor nieuwe spellen, zodat uw hond zijn interesse in de puzzels niet verliest.

Voldoende rust

Naast beweging en denkwerk hebben honden ook genoeg rust nodig. Dat dient om stress weer uit hun lichaam te krijgen. Dat kan stress zijn van bijvoorbeeld aanvaringen met andere honden of spannende ontmoetingen op straat, maar ook positieve stress van opwindende activiteiten. Want ook leuke dingen kunnen stress veroorzaken. Bij zowel vervelende als leuke dingen wordt het lichaam door hormonen in een heel actieve stand gezet. Kijk bijvoorbeeld maar naar honden die enthousiast balletjes blijven halen, of honden die aan flyball doen.

Het kan een tijd duren voordat stresshormonen weer uit het lichaam zijn. Als de hond tussen twee stress-opwekkende momenten door niet voldoende tijd krijgt om die hormonen af te voeren, dan gaan ze stapelen. Op een gegeven moment blijft het lichaam dan continu in de ‘aan’ stand staan: de hond staat continu klaar voor actie en kan niet meer goed ontspannen. Dat is ongezond, maar bovendien gaat de hond daardoor ook heel snel op allerlei zaken reageren. Hij gaat bijvoorbeeld tekeer tegen een hond op flinke afstand, terwijl hij dat normaal gesproken alleen doet als de hond heel dichtbij komt. Of hij valt uit tegen een kind terwijl hij die normaal gesproken weliswaar niet zo leuk vindt, maar wel kan negeren.

Bij sommige honden kan het daarom beter zijn om juist wat minder te doen, dan om steeds nieuwe activiteiten op te zoeken. Of om even kort met de bal te spelen in plaats van steeds een half uur lang. En ook kan het verstandig zijn om met een hond die bijvoorbeeld fel reageert op andere honden, niet drie of vier keer per dag tussen andere honden te gaan wandelen, maar juist plekken op te zoeken waar weinig of geen andere honden zijn en daarnaast regelmatig, maar niet te vaak, gericht te oefenen om hem ander gedrag te leren. Bij het oefenen kunt u overmatige stress voorkomen door steeds voldoende afstand tot andere honden te houden, zodat uw hond zich niet opwindt of uitvalt.

Kijk naar het gedrag van uw hond om te bepalen of hij meer of misschien juist minder activiteiten en beweging nodig heeft. Soms kan een overdreven drukke hond juist wijzen op teveel aan activiteit! Probeer dus uit hoe het gedrag verandert als u meer of minder met de hond actief bent.

Let ook op dat uw hond voldoende slaap krijgt en zorg voor een rustige slaapplek, waar hij niet steeds gestoord wordt. Leer kinderen om niet naar de hond toe te gaan als hij daar ligt.

Aandacht

Elke hond heeft aandacht nodig, de een wat meer dan de ander. Dat geldt zowel in huis als bijvoorbeeld tijdens het wandelen. Zorg ervoor dat u elke dag bewust met hem bezig bent, bijvoorbeeld met spelletjes, oefeningen, vachtverzorging of gewoon knuffelen.

Tegelijkertijd moet u bij sommige honden ook opletten dat hij niet continu uw aandacht afdwingt. Geef voor de hond duidelijk aan wanneer u beschikbaar bent voor aandacht, en wanneer hij zichzelf even moet vermaken.

Gezondheid

Lichamelijke klachten kunnen tot agressief gedrag leiden. Laat de gezondheid van uw hond tenminste jaarlijks controleren door uw dierenarts. Vertoont uw hond ineens agressie, bedenk dan dat pijn een oorzaak kan zijn en ga naar de dierenarts.